Welkom

Dit weblog dient sporadisch als uitlaatklep van mijn denken (daarnaast als aansporing om schrijfsels te voltooien)
en is daarmee een verzameling van uitgewerkte gedachten over het leven, over mensen, ontmoetingen, ideeën,
oude waarheden, filosofieën, mysteries, mijmeringen, God en alles wat voor mij de moeite waard is om over te denken,
te praten en te schrijven.

Janneke de Bruin
(januari 2010
)

vrijdag 28 december 2012

Om nooit meer te vergeten


Bij het zien van de auto komt ze overeind. De man naast haar volgt haar, als we uitstappen en richting het portiek lopen. Ik kijk hoe ze met haar praten. De man zwijgt, grijnst en luistert. Maar zij praat vol vuur, een stortvloed van woorden, onverstaanbare taal. Ze begrijpen haar, reageren en ik hoor de klanken van vriendelijkheid. Ik zie hun zorgzaamheid, hun liefde, verstaanbare taal. Ze wijst op haar gezwollen enkel, grijnst, lacht. Het maakt haar niet uit.

Dan ziet ze mij staan. Haar ogen glinsteren als ze mijn arm pakt. Een lach van oor tot oor en een waterval van woorden uit haar haast tandeloze mond. Ze raakt mij, huppelt om me heen als een vrolijke vlinder. En ik bewonder. Gebaren, glinsterende bruine ogen, ik begrijp haar zonder woorden. Ze vindt het jammer dat we niet kunnen praten. Ik ook, ik zou haar zo graag willen vertellen hoezeer ik haar bewonder. Ze pakt mijn arm weer en lacht. Haar vrolijkheid is warmer de avondzon.

Dan is het tijd om door te gaan. Ze neemt het brood van hen aan. Als ik omkijk, terwijl we wegrijden, zie ik haar teruglopen naar het portiek, vol met dekens en een oude krant. En ik rijd weg, met haar lach nog nagalmend in mijn oren, het beeld van haar warrige haren, glinsterende ogen en gezwollen enkel op mijn netvlies. En we gaan verder, naar de volgende. Maar zij gaat mee. Ze gaat mee, de volgende dag het vliegtuig in. En weken later is ze er nog steeds. Ik zie haar hoop, haar levenslust weerspiegelt in mijn herinneringen, geplant in mijn hart, als ik terugdenk aan die stad. En als ik mijn eigen rijkdommen bezie, mijn dromen droom en mij beschaamd afvraag waar mijn moed en vrede soms kan zijn, dan zie ik haar, die dappere dakloze vrouw. Dan verlang ik nog maar één ding: dat de winter haar lach niet zal bevriezen.


( Augustus 2011, n.a.v. werkvakantie Boedapest '11)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten